Een interview voor Lef Magazine

The lonely rider

Als Margot van Praet (15) terugdenkt aan haar jeugd, was die alles behalve fijn. Haar gezin was niet warm en liefdevol, zoals dat van veel andere leeftijdsgenootjes. Waarom dat precies was, wist ze nooit. Anderhalf jaar geleden kwam ze erachter: haar moeder is verslaafd. Margot hield het lang voor zich – ‘alleen mijn paard vertelde ik alles’ -, maar is nu klaar om haar geheim te delen.

‘De verslaving van mijn moeder heeft zeker impact op me gehad. Ik ben verlegen, terughoudend en onzeker. Het duurt heel lang voordat ik me ergens op mijn gemak voel, veel langer dan het bij anderen duurt. De reden is dat er nooit een plek was waar ik me fijn of veilig voelde. In de toekomst wil ik graag iemand zijn met een spontane en open persoonlijkheid. Als ik zulke mensen tegenkom denk ik altijd: wow, zo wil ik ook zijn. Daar ga ik de komende jaren aan werken. Mijn verleden neem ik mijn moeder niet kwalijk. Ze zegt vaak dat alles haar schuld is, maar dat denk ik niet. Dat heb ik ook nooit gedacht, misschien is dat gek. Maar ik houd van haar en ze heeft het nooit met opzet gedaan.’

Waarom ik? 

‘Ik betwijfel of ik een gelukkige jeugd heb gehad. Op de basisschool werd ik vreselijk gepest. Toch was ik daar liever dan thuis. Ik werd gepest omdat ik een stuk langer was dan mijn leeftijdsgenoten. Dat kun je nu nog zien aan mijn 1.84 meter. Als ik thuis kwam, wilde ik aandacht van mijn moeder. Maar net op de dagen waarop ik haar het meeste nodig had, lag ze lusteloos op de bank. Zin om te praten had ze niet. Mijn moeder was vaak depressief en daardoor snel geïrriteerd. Mijn oudere broer en ik liepen op onze tenen, we wilden haar niet kwaad maken. Iets kleins kon al genoeg reden zijn voor een enorme woede-uitbarsting. Zo flipte ze bijvoorbeeld uit toen ik thuiskwam met een gat in mijn spijkerbroek, nadat ik gevallen was. Je had haar eens moeten horen.

In huis hing een slechte sfeer. Dat verergerde na de scheiding van mijn ouders. Ik dacht eraan bij mijn vader in België te gaan wonen. Dat durfde ik alleen niet tegen mijn moeder te zeggen – bang voor een uitbarsting. Bovendien wilde ik haar niet alleen laten, ik gaf tenslotte om haar. Of mijn moeder van mij hield, was iets waaraan ik twijfelde. Ze liet het niet merken. Het leek er sterk op dat ze mijn broer en mij vooral een blok aan het been vond. Mijn avonden bracht ik vaak huilend in bed door. Ik vroeg me af waarom mijn leven zo was en waaraan ik dat verdiend had.’

De waarheid

‘Verslaving zit in de familie: mijn opa was alcoholist. Mijn moeder wist dat, maar mocht er met niemand over praten. Hij overleed toen mijn moeder dertien jaar was. Dat was moeilijk voor haar, want ze was een echt vaderskindje. Hoe en wanneer mijn moeder verslaafd raakte aan drugs en medicijnen, weet ik niet precies. Wel weet ik dat het al voor de geboorte van mijn broer en mij was. Tijdens haar zwangerschap stopte ze met gebruiken. Ook tijdens het huwelijk met mijn vader was ze clean, vertelde ze. Toen ik anderhalf was, zijn mijn ouders gescheiden. Het had, voor zover ik weet, niets met haar verslaving te maken. Ze pasten gewoon niet bij elkaar. Wat ik wel weet is dat ze na de scheiding weer ging gebruiken. Een tijd later kwam ze iemand tegen bij wie ze beter paste: mijn stiefvader. Hij is een rustig en relaxed persoon. Hij wist van haar gebruik af, maar deed er niks aan. Waarom, dat weet ik niet, misschien durfde hij niet. Dus bleef mijn moeder ermee doorgaan en werd de sfeer in huis steeds slechter. Toen ze ziek-vrij nam van haar werk, zogenaamd vanwege een burn-out, was het thuis bijna niet vol te houden. Mijn moeder kwam nauwelijks van de bank af en was niet te genieten. Ik zag dat het niet goed ging, maar begreep niet waarom. Om niet thuis te zijn, vluchtte ik vaak naar de manège. Dat hielp me, want paarden maken me rustig.

Ongeveer anderhalf haar geleden kwam mijn moeder met het nieuws dat ze voor een paar maanden naar Zuid Afrika vertrok. Want, zei ze, het ging niet goed met haar. Ik vond het raar dat ze voor een burn-out helemaal naar een ander werelddeel ging. Een paar dagen voordat ze vertrok, vertelde ze de waarheid. Ze was drugs- en medicijnenverslaafd en ging herstellen in een kliniek. Ik schrok enorm: mijn moeder was verslaafd en ik had helemaal niks door gehad. Zelfs geen vermoeden. Mijn boer wel, vertelde hij later. Hij had vaker verdachte spullen zien liggen. Ik hield me er totaal niet mee bezig. Ik kende mijn moeder zoals ze was en wist niet beter.’

‘Vijf dagen in de week met tegenzin naar school, vijf dagen in de week met tegenzin naar huis’

‘Ik heb niet alleen slechte herinneringen als ik terugdenk aan vroeger. We gingen soms op vakantie en daar genoot ik van. De slechte sfeer en ruzie lieten we dan even thuis. Mijn moeder wilde de hele dag op het strand hangen. Toen ik jong was, vond ik dat prima. Hoe ouder ik werd, hoe meer behoefte ik kreeg om meer van de wereld te zien. Ik wilde niet de hele dag op het strand liggen bakken. Helaas won ik het niet van mijn moeder, toch bleven de vakanties fijn. Alleen al het even weg zijn van huis.
Terug thuis ging het normale leven gewoon verder. Vijf dagen in de week met tegenzin naar school, vijf dagen in de week met tegenzin naar huis. Thuis was veel ruzie. Mijn moeder en ik hebben hetzelfde karakter. Als we ruzie hebben, willen we allebei het laatste woord hebben. We zeiden ontzettend gemene dingen tegen elkaar, waarna we elkaar dagen konden negeren. Ondanks alles voelde ik veel liefde voor mijn moeder. En nu ze in herstel is, merk ik pas hoeveel we eigenlijk op elkaar lijken. Daardoor hebben we nu een hele sterke band.’

Een nieuwe moeder

‘Toen mijn moeder ons vertelde dat ze verslaafd was, zei mijn broer helemaal niks. Ik begon te huilen. Ineens viel alles bij elkaar: daarom was ze hoe ze was. Toch wilde ik niet dat ze wegging. Maar ik kon haar moeilijk tegenhouden, dat zou egoïstisch zijn. Dus ging ze een paar maanden naar Zuid Afrika om te herstellen. Mijn broer en ik bleven bij onze stiefvader en hadden samen een zware tijd, omdat we haar misten. Ik was erg verdrietig, verward en hield me niet met school bezig, met als gevolg dat ik het jaar nu opnieuw doe. Het voelde alsof ik niemand had om mee te praten. Mijn moeder was moeilijk bereikbaar zonder mobiel en als ik haar sprak, vertelde ze over haar tijd daar. Ze vertelde alleen de leuke dingen die ze deed en meemaakte. Welke speciale mensen ze ontmoet had bijvoorbeeld. Hoe enthousiast ze ook deed, ik wist dat het niet alleen maar lachen was. Wat ik niet wist, was dat haar enthousiasme een van haar karaktereigenschappen is. Al vanaf het moment dat we haar op het vliegveld ophaalden, is ze een ander mens. Ze was ineens heel vrolijk en dat ging maar niet weg. Het duurde dagen, weken, maanden. En nog steeds, anderhalf jaar later, is ze hartstikke vrolijk. In het begin herkende ik haar niet en had ik tijd nodig eraan te wennen. Ik kon het bijna niet geloven: dit was mijn echte moeder; ze was helemaal niet chagrijnig en depressief. Natuurlijk waren er nog wel eens momenten waarop ze het moeilijk had. Dan kwam er weer een ouderwetse woede-uitbarsting naar boven. Maar meestal was ze heel gezellig en opgewekt. De sfeer in huis verbeterde enorm. Ik zou nu niet meer weg willen!’

‘Nu mijn moeder in herstel is, merk ik pas hoeveel we op elkaar lijken’

‘Ik heb altijd alles aan mijn paard verteld. Daar heb ik veel aan gehad. Verder wist niemand het, zelfs niet mijn vader. Mijn ouders hebben geen goede band, het enige contact dat ze hebben is via mijn broer en mij. We hadden hem niks over de verslaving verteld. Hij is opgegroeid in een familie die streeft naar perfectie. Als ik daar ben, moet ik acteren. Ik doe alsof ik blij ben. In die familie is niemand ooit boos of chagrijnig. Ze willen dat iedereen een goede baan heeft en een hoge opleiding volgt, anders word je niet gelukkig, denken ze. Zo is mijn vader ook, daarom vertelde ik het niet. Ik was bang voor de reacties en hoe hij en zijn familie naar mijn moeder zouden gaan kijken. Mijn vriendinnen heb ik ook nooit de waarheid verteld, op één na. Ik ken haar van paardrijden en kan goed met haar praten. Op een dag, nog niet zo lang geleden, kon ik het niet meer voor me houden. Het kwam gewoon naar boven; ik kon niet mijn hele leven tegen iedereen blijven liegen. Wat bleek: mijn vriendin zat in een zelfde soort situatie. Erover praten voelde als ik opluchting en nog steeds ben ik blij dat ik het haar toevertrouwd heb. We hebben een speciale band, die nu alleen nog maar sterker is geworden. Ze is heel anders dan ik, zij is juist alles behalve verlegen. Ze kan mij stimuleren spontaner te zijn, ik kan haar afremmen. We vullen elkaar dus goed aan. Mijn andere vrienden mogen binnenkort ook de waarheid weten. Via dit verhaal ga ik het kenbaar maken. Ik ben benieuwd naar de reacties, ze zeggen namelijk altijd dat ik zoveel geluk heb heb mijn moeder, omdat ze zo geweldig is. Ik zwijg; ze moesten eens weten.’

Angst

‘Inmiddels ben ik gelukkiger dan ooit. Over de liefde van mijn moeder voor mij heb ik geen moment meer getwijfeld. Sinds ze in herstel is, zegt ze elke dag dat ze van me houdt. Dat meent ze, dat weet ik. Dat het nu beter gaat, wil niet zeggen dat ik niet meer terugdenk aan het verleden. Integendeel. Ik denk veel na over de verslaving van mijn moeder en zit vol met vragen die ik niet durf te stellen. Als ze terugkomt van meetings is ze altijd erg emotioneel. Ik ben bang dat ze verdrietig wordt als ik naar haar verleden vraag, dus doe ik het maar niet.

Dat ik weinig over haar verslaving weet, is nog niet het ergste. Want daarnaast leef ik in angst. Stel je voor dat mij hetzelfde gebeurt. Die kans is natuurlijk aanwezig, daarom wil ik nooit veel gaan drinken of drugs uitproberen. Iedereen zegt dat, ik weet het. Maar ik ben vastbesloten ervan af te blijven. Op school hebben we nu verzorgingslessen over de verdovende middelen, dat wil ik allemaal niet horen. Die lessen zijn voor mij alleen maar ongemakkelijk. Mijn andere angst is dat mijn moeder terugvalt. Het gaat nu al anderhalf jaar goed, maar het kan natuurlijk altijd gebeuren. Wat bij mijn moeder helpt, is dat ze niet alleen is. Ze doet het voor zichzelf, maar ook zeker voor ons. Daarom denk ik dat ze het volhoudt en daar ben ik ontzettend trots op.’